Kamerlid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Kamerlid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Kamerlid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Kamerlid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Kamerlid is hier. De definitie van het woord Kamerlid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanKamerlid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Ka·mer·lid
enkelvoud meervoud
naamwoord Kamerlid Kamerleden
verkleinwoord - -

het Kamerlido

  1. iemand die een zetel in een der kamers van de volksvertegenwoordiging bekleedt
    • Na dit schandaal traden een aantal ervaren Kamerleden af. 
    • Kamerlid Wybren van Haga van de VVD wist eind november de aandacht van bijna de gehele media op zich te vestigen met een voorstel geld vrij te maken voor geboortebeperking in Afrika, omdat dat ‘meer rendement oplevert dan investeren in honger of onderwijs’. [1] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Volkskrant Hidde Boersma18 januari 2019 Bevolkingsgroei maakt een welvarend en groen Afrika mogelijk
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be