aangaan

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aangaan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aangaan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aangaan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aangaan is hier. De definitie van het woord aangaan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaangaan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·gaan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aangaan
ging aan
aangegaan
klasse 7 volledig

aangaan [1]

  1. inergatief betreffen, van belang zijn
    • Dat gaat hem zeker aan. 
    • Het gaat niemand wat aan hoeveel ik verdien. 
     Beslissingen die de kinderen aangingen, werden dan ook steevast gezamenlijk aan hen gemeld en uitgelegd.[2]
  2. ergatief ingeschakeld worden
    • Het licht ging ineens aan. 
     Oscar kwam overeind, rekte zich uit en deed een paar rompoefeningen om de stijfheid kwijt te raken, alsof hijzelf ook de strijd aan zou moeten gaan.[3]
  3. overgankelijk in een zaak of relatie betrokken worden
    • Hij is daarna een relatie met haar aangegaan. 
  • verplichtingen aangaan
beloven dat je iets zult doen
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]