aanstoot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanstoot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanstoot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanstoot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanstoot is hier. De definitie van het woord aanstoot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanstoot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·stoot
enkelvoud meervoud
naamwoord aanstoot aanstoten
verkleinwoord aanstootje aanstootjes

de aanstootm

  1. een ergernis veroorzaken, zich aan iets ergeren
    • Zit toch niet zo'n aanstoot te geven! 
    • Veel mensen nemen aanstoot aan naaktfoto's in de openbare ruimte. 
  2. een botsing, of iets met een bruuske beweging een zetje geven
    • De aanstoot van een biljardbal met een keu. 
vervoeging van
aanstoten

aanstoot

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstoten
    • ... dat ik aanstoot. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstoten
    • ... dat jij aanstoot. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstoten
    • ... dat hij aanstoot. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]