accent

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord accent. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord accent, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je accent in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord accent is hier. De definitie van het woord accent zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaccent, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ac·cent
  • Te herleiden tot het Latijnse accentus, voltooid deelwoord van accinere, al dan niet via ontlening uit het Frans. [1] In de betekenis van ‘klemtoon’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord accent accenten
verkleinwoord accentje accentjes

het accento

  1. (taalkunde) de manier waarop iemand de fonetische klanken uitspreekt
    • Zij heeft een West-Vlaams accent. 
     ‘Van Gooooo,’ klonk een tijdje later het trage zuidelijke Tennessee accent van Pogue, ‘Is er daar water?’[3]
  2. (taalkunde) een diakritisch teken dat op een geschreven klinker kan worden geplaatst
    • Er moet nog een accent op de letter e. 
  3. emfase, nadruk
    • Het accent zal liggen op het ontslagrecht. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
accent accents

accent

  1. (taalkunde) accent
  2. accent , emfase, nadruk
vervoeging
onbepaalde wijs to  accent 
he/she/it  accents 
verleden tijd  accented 
voltooid
deelwoord
 accented 
onvoltooid
deelwoord
 accenting 
gebiedende wijs  accent 

accent

  1. overgankelijk accentueren, het accent/de nadruk leggen op







enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  accent     l'accent     accents     les accents  

accent m

  1. (taalkunde) accent
  2. accent , emfase, nadruk