achenebbisj

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord achenebbisj. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord achenebbisj, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je achenebbisj in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord achenebbisj is hier. De definitie van het woord achenebbisj zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanachenebbisj, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ache·neb·bisj
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van medelijden’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • Jiddisj. Samenstelling van ach ("ach"), oen ("een") en nebbisj ("zielig mannetje"). [2] [3]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen achenebbisj achenebbisjer achenebbisjt
verbogen achenebbisje achenebbisjere achenebbisjte
partitief achenebbisj achenebbisjers -

achenebbisj

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) och!, helaas!, jammer! (uitroep van medelijden of spijt)
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) armoedig, zielig
enkelvoud meervoud
naamwoord achenebbisj -
verkleinwoord - -

achenebbisj

  1. (informeel) iemand die de zieligheid oproept
    • Die achenebbisj raapt alles op wat hij kan gebruiken 
  2. (informeel) iets wat niet meer bewonderenswaardig is
    • Het Rembrandtplein is achenebbisj geworden 
52 % van de Nederlanders;
3 % van de Vlamingen.[4]