achterdijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord achterdijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord achterdijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je achterdijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord achterdijk is hier. De definitie van het woord achterdijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanachterdijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Achterdijk


  • ach·ter·dijk
enkelvoud meervoud
naamwoord achterdijk achterdijken
verkleinwoord

de achterdijkm

  1. (waterbeheer) tweede waterkering als extra bescherming tegen overstroming wanneer een dichter bij het open water gelegen evenwijdig lopende waterkering doorbroken of overstroomd raakt
     Het systeem van dijkaanleg bestond uit het verhogen c.q. versterken van de langs de rivier gelegen oeverwalgronden en de aanleg van dwarsdijken (sytwenden) haaks op de oeverwal of rivierdijk en van achterdijken (beringen) die tezamen het water uit de kommen moesten weren.[3]
      Bij inpoldering van een vóórliggend schor werden de bedijkers door den Soeverein gemachtigd den thans nutteloozen achterdijk in bezit te nemen en te slechten.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. achterdijk op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 22 januari 2020 Weblink bron
    A.G. Schulte
    “Het Rijk van Nijmegen. Oostelijk gedeelte en de Duffelt.” (1983), Staatsuitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, ISBN 90 12 04267 4, p. 4
  4. Bronlink geraadpleegd op 22 januari 2020 Weblink bron
    R.P.J. Tutein Nolthenius
    Worstelend Zeeland. in: De Gids., jrg. 63 deel 2 (1899), P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam, p. 8 n. 1