Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
achter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
achter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
achter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
achter is hier. De definitie van het woord
achter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
achter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
achter
- verder weg dan (gezien vanaf de spreker of anderszins)
- De zon gaat schuil achter de wolken.
- verborgen
- ▸ Het voelde bijna alsof er een diepere betekenis achter zat.[4]
- aan de achterkant
- Bob zit voor zijn werk de hele dag achter de computer.
- Piet parkeert zijn auto achter de winkel.
- later in rangorde
- Toen stond PSV achter Ajax en Feyenoord in de eredivisie.
- in het laatste gedeelte
- Hij is achter in de vijftig.
- achter de schermen blijven
aandacht weten te vermijden voor een belangrijke bijdrage die men levert
- achter de schermen kijken
zien hoe alles in z'n werk gaat
een dreigement om iets gedaan te krijgen
- iemand achter de broek zitten
iemand aansporen
- iemand achter de vodden zitten
iemand aansporen en activeren iets te doen
- iets achter de hand hebben
iets ter beschikking hebben voor wanneer het nodig mocht zijn (bv nood)
- iets achter de knopen hebben
iets is volbracht of voltooid
- nog niet droog achter de oren zijn
nog niet volwassen zijn
- het achter de ellebogen hebben
zich anders voordoen dan wie die is en niet te vertrouwen zijn
- achter de coulissen kijken
kijken hoe een organisatie van binnen werkt
- achter de geraniums zitten
niet meer deelnemen aan het maatschappelijk leven
- achter het net vissen
- het paard achter de wagen spannen
- schepen achter zich verbranden
opzettelijk onomkeerbare stappen zetten
|
- achter de wolken schijnt de zon
alle nare dingen zijn tijdelijk en daarna wordt het beter
achter
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- Achterlaten: Hij liet een goed lopend bedrijf achter.
- Hij loopt achter met zijn werk, dus hij moet nog veel inhalen.
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- Afgeleid van het Nedersaksische achter
achter
- achter, achter-
achter
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief van acht
achter
- achter
|
enkelvoud
|
meervoud
|
bepaald
|
geheel
|
achtere
|
achterer
|
gemut.
|
-
|
-
|
onbepaald
|
geheel
|
achter
|
achter
|
gemut.
|
-
|
-
|
achter + accusatief/datief
- (Hooglimburgs) achter.
- (Hooglimburgs) na.
- «Achter vief oere, den aere 'ch bie dich.»
- Na vijf uur ben ik bij jou.
achter
- achter; aan de achterkant
- Afgeleid van het Oudnederlandse after
achter + datief / accusatief
- achter; aan de achterkant
- achter, na; later in rangorde
- na; in tijd volgend op
- Afgeleid van het Middelnederduitse achter
achter
- achter; aan de achterkant
achter
- achter; aan de achterkant
achter
- achter
- Afgeleid van het Middelnederlandse achter
achter
- na