afremmen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afremmen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afremmen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afremmen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afremmen is hier. De definitie van het woord afremmen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafremmen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·rem·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afremmen
remde af
afgeremd
zwak -d volledig

afremmen

  1. overgankelijk de snelheid van iets doen verminderen
    • Hij remde de wagen af. 
  2. ergatief minder vaart maken
    • Optrekken en afremmen. 
    • De wagen remde af. 
  3. overgankelijk, (figuurlijk) verminderen
    • Medicijnen tegen een hoge bloeddruk of allergieën kunnen de lust afremmen. 
    • De te enthousiaste jongen moest door zijn ouders worden afgeremd. 
  4. wederkerend zich afremmen: de snelheid van zichzelf doen verminderen
     Heel voorzichtig nam ik drie stappen om te kijken of het toch mogelijk was om nieuwe treden in de sneeuw te maken, maar bij de vierde stap gleed ik uit en prikte nog net op tijd mijn wandelstok de sneeuw in om me af te remmen.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be