remmen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord remmen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord remmen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je remmen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord remmen is hier. De definitie van het woord remmen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanremmen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • rem·men
  • erfwoord Uit Middelnederlands remmen 'stil doen staan', uit Proto-Germaans *hramjan 'tegenhouden', vergelijk Oudnederlands chramin 'hindering, belemmering', Oudengels hremman 'hinderen, belemmeren', Oudnoords hremma 'vastpakken', Gotisch hramjan 'kruisigen'. Verwant aan Slavisch *krom-, Russisch kroma 'rand', za-kromit' 'omgeven', e.d.
  • In de betekenis van ‘tot stilstand brengen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
remmen
/'rɛmə(n)/
remde
/'rɛmdə/
geremd
/ɣə'rɛmt/
zwak -d volledig

remmen

  1. snelheid doen verminderen
    • De automobilist remde stevig om het plotseling opdoemende obstakel te kunnen vermijden. 

de remmenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rem
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]