agent

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord agent. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord agent, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je agent in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord agent is hier. De definitie van het woord agent zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanagent, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • agent
enkelvoud meervoud
naamwoord agent agenten
verkleinwoord agentje agentjes

 de agentm

  1. (beroep) persoon die namens de politie belast is met de handhaving van de openbare orde en veiligheid
    • De agent deelde een bekeuring uit aan de wildplassers. 
     Rond 21 uur reed er een politiewagen langs die me een lift aanbood. Ik was te moe om uitgebreid verslag te doen en gaf alleen beleefd antwoord op de vragen die de vriendelijke agent stelde.[3]
  2. (beroep) vertegenwoordiger van een bedrijf
    • Hij ging naar de agent die zijn bankzaken regelde. 
enkelvoud meervoud
naamwoord agent agents
verkleinwoord

 de agentv / m

  1. (informatica) softwareprogramma dat zelfstandig namens een gebruiker kan optreden
  2. (sociologie) eenheid in sociaal model die andere eenheden beïnvloedt
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]


  • agent

agent m

  1. (beroep) iemand die met een bepaalde opdracht, taak belast is
  2. (pregnant) (beroep) politieambtenaar, politieagent
  3. (beroep) vertegenwoordiger van een acteur, kunstenaar, schrijver e.d.
  4. (scheikunde) agens, werkzame stof
  5. (taalkunde) (filosofie) agens, handelende persoon
  6. (inlichtingen) iemand die namens een geheime dienst inlichtingen verzamelt, spion


agent m bezield

  1. vertegenwoordiger
  2. spion