ambacht

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ambacht. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ambacht, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ambacht in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ambacht is hier. De definitie van het woord ambacht zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanambacht, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • am·bacht
  • Leenwoord uit het Keltisch, in de betekenis van ‘handwerk’ voor het eerst aangetroffen in 772 [1]
  • Van Oudnederlands: ambehte, op zijn beurt een Keltisch leenwoord [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ambacht ambachten
verkleinwoord ambachtje ambachtjes

het ambachto

  1. een handwerkvak dat vaak aanzienlijke vaardigheden vereist
    • De timmerman beheerste het ambacht tot in de puntjes. 
  2. (verouderd) (geschiedenis) het grondgebied of de landstreek, waarover de jurisdictie van een z.g. ambachtsheer zich uitstrekt (vnl in Holland, Zeeland of Vlaanderen) (b.v. Hendrik-Ido-Ambacht)
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]