ambit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ambit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ambit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ambit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ambit is hier. De definitie van het woord ambit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanambit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Afgeleid van het Latijnse zelfstandig naamwoord ambitus ("het rondgaan"), van ambīre ("rondgaan")

ambit

  1. omtrek, omheining
  2. controle- of invloedssfeer of controle- of invloedsgebied van iemand of iets
vervoeging van
ambīre

ambit

  1. actief indicatief praesens, derde persoon enkelvoud van ambīre



  • am·bit
  • Afgeleid van het Latijnse zelfstandig naamwoord ambitus

ambit

  1. (bouwkunde) (religie) kloostergang, kruisgang, padgang, claustrum, ambulatorium; meestal een vierkant van overdekte gangen met arcades rondom een binnenplaats met een bijvoorbeeld een bedevaartskerk.