omtrek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord omtrek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord omtrek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je omtrek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord omtrek is hier. De definitie van het woord omtrek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanomtrek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·trek
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hoofdlijn die grenzen van een figuur bepaalt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1586
enkelvoud meervoud
naamwoord omtrek omtrekken
verkleinwoord omtrekje omtrekjes

Zelfstandig naamwoord

de omtrekv / m

  1. (wiskunde) de lengte van een gesloten kromme
    • De omtrek van een cirkel bedraagt 2π maal de straal. 
  2. grenslijn.
  3. omvang van een lichaam
  4. het gebied rondom een bepaalde plaats
    • Dat is in de wijde omtrek niet te vinden. 
     Veel keus had ik echter niet, want het was soms het enige water in de wijde omtrek.
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • In de wijde omtrek.
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
omtrekken

omtrek

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omtrekken
    • ... dat ik omtrek. 
vervoeging van
omtrekken

omtrek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omtrekken
    • Ik omtrek. 
  2. gebiedende wijs van omtrekken
    • Omtrek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omtrekken
    • Omtrek je? 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen