omtrekken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord omtrekken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord omtrekken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je omtrekken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord omtrekken is hier. De definitie van het woord omtrekken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanomtrekken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • om·trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omtrekken
trok om
omgetrokken
klasse 3 volledig

Werkwoord

ómtrekken

  1. overgankelijk iets uit een staande positie brengen door het met een krachtige beweging naar je toe te halen
    1. overgankelijk omver smijten, neerhalen
      • Bij het omtrekken van het muurwerk van het kasteel zullen grote delen op het gewelf terecht zijn gekomen. 
    2. overgankelijk (figuurlijk) van een verheven positie beroven, omverwerpen
      • Ze zetten je als KGB-agent neer die het koningshuis wil omtrekken, (…) 
    3. overgankelijk in een gekantelde positie brengen, overhalen
      • Mijn vader had er ook plezier in mijn broer en mij de weetjes van een spoorman bij te brengen: waarom de wagenmeester met zijn hamer op de wielen sloeg, hoe een wissel werd omgetrokken, (…) 
  2. overgankelijk er de randen van aangeven, er de contouren van markeren
    1. overgankelijk ergens een lijn omheen tekenen
      • De derde en de vierde les werden besteed aan het omtrekken van de potloodlijnen met inkt en de laatste stap was het inkleuren met gewassen inkt. 
    2. overgankelijk (figuurlijk) denkbeeldig markeren
      • In de verte zagen wij een zwakke branding spatten tegen de rotspunten van Nordnaes en die omtrekken met een lijn van wit en bobbelend schuim; (…) 
    3. overgankelijk eromheen geplaatst zijn, eromheen aangebracht zijn
      • De ornamentatie beperkt zich tot enkele lijnen die langs de hals en de onderkant van de mantel omgetrokken zijn. 
  3. overgankelijk een draaiende beweging veroorzaken door iets met enige kracht naar je toe te halen
    1. overgankelijk door trekkracht laten ronddraaien
      • (…) door schimmels omgetrokken caroussels, (…) 
    2. overgankelijk door rukken in een andere stand draaien
      • Raas worden omgetrokken, touwen gevierd en weer vastgesjord. 
  4. overgankelijk (verouderd) verwisselen door aan- en uitdoen (van kousen en schoeisel, om te voorkomen dat ze ongelijkmatig slijten)
    • De laarzen waren gauw losgeveterd, de roodbruine kousen afgestroopt en omgetrokken. 
  5. onovergankelijk ergens omheen gaan
    • Onze derde groep was omgetrokken en kwam juist op tijd in aktie, onzichtbaar achter een bosrand. 
  6. onovergankelijk (verouderd) rondreizen
    • Trek nu om, door alle stammen van Israël, van Dan tot Ber-seba toe, en tel het volk, opdat ik het getal des volks wete. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de ómtrekkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord omtrek
    1. buitenranden, contouren
      • De foto is niet overdreven scherp, vooral de grote karakteristieke omtrekken worden duidelijk weergegeven: zo tekent hij het gezicht. 
    2. nabijgelegen plek(ken) (het meervoud is hier vooral versterkend bedoeld)
      • In geen omtrekken nog enige intelligentsia te bekennen, tenzij je de joden en de zelfstandigen daarmee zou verwarren. 
    3. (figuurlijk) globale, niet uitgewerkte weergave, contouren, schets
      • Kunt u dan in omtrekken uw loopbaan als antiquaar beschrijven? 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

omtrékken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omtrekken
omtrok
omtrokken
klasse 3 volledig
  1. overgankelijk (militair) troepen zo langs een tegenstander heen verplaatsen dat het mogelijk wordt zijn verbindingen af te snijden of hem van achteren aan te vallen
    • Als de gehele stelling aan beide flanken aansloot op een andere stelling of hindernis, was de linie niet snel te omtrekken. 
  2. overgankelijk (verouderd) omringen, hullen
    • Zy liet die omtrekken met eenen muer van 60 mylen lang, 200 cubitus hoog en 50 dik. 
  3. overgankelijk (verouderd) afbakenen
    • Dan komen de prinsen te paard om de grenzen van de dodenplaats te omtrekken: (…) 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Sprokholt, H.
    "Het kasteel" in:
    Denslagen, W.
    Gouda. (2001) Waanders, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist
    ; ISBN 9040095159; p. 46/47; geraadpleegd 2016-05-14
  3. Oltmans, W.
    Memoires 1982. (2013) Papieren Tijger, Breda
    ; ISBN 9789067282864; p. 27; geraadpleegd 2016-05-14
  4. Verheul, K.
    "De letters" in: Tirade. jrg. 33 nr. 324 (september/oktober 1989) G.A. van Oorschot, Amsterdam
    ; p. 387; geraadpleegd 2016-05-14
  5. Pels, I.
    "Striptekenaars bewerken Haar Kunstzinnige ontwikkeling via strips in de klas" in: Tsjip/Letteren. jrg. 14 nr.2 (juni 2004) ThiemeMeulenhoff, Utrecht / Zutphen
    ; p 22; geraadpleegd 2016-05-14
  6. Kalff, S.
    "Een 'springtochtje' naar Bergen." in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. jrg. 10 deel 19 (januari-juni 1900) Uitgevers-Maatschappy 'Elsevier', Amsterdam
    ; p. 249; geraadpleegd 2016-05-14
  7. Peeters, C.J.A.C.
    De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch. (1964) Staatsuitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist
    ; p. 430; geraadpleegd 2016-05-14
  8. Querido, I.
    De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 13e druk (na 1922) Scheltens & Giltay, Amsterdam
    ; p. 94; geraadpleegd 2016-05-14
  9. Kerkwijk, H.van
    Komplot op volle zee. 2e druk (1969) Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam
    ; p. 74; geraadpleegd 2016-05-14
  10. Scharten-Antink, M.
    Sprotje. (1905) Mij. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam
    ; p. 53;
  11. Jong, A.M. de
    Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman. 3e druk (1969) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam / Antwerpen
    ; p. 387; geraadpleegd 2016-05-14
  12. Statenvertaling
    2 Samuel 24:2 (1888) op website: statenvertaling.net
    ; geraadpleegd 2016-05-14
  13. Vos, J. de
    " Beeldende kunst. Henri Berssenbrugge, schoonheid en niets dan dat" in: Ons Erfdeel. jrg. 44 nr. 3 (mei/juni 2001) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer
    ; p. 439/440; geraadpleegd 2016-05-14
  14. Vancraeynest, S.
    "Handgeschreven, mondgebraakt. Per taal door zeven eeuwen Vlaanderen 1302-2002 (fragment)" in: Tiecelijn. jrg. 16 nr. 2 (juni 2003) Vzw Tiecelijn-Reynaert / Marcel Ryssen, Sint-Niklaas
    ; p. 82; geraadpleegd 2016-05-14
  15. Buijnsters, P.J.
    "In memoriam dr. Hans Ludwig Gumbert (1903-1994) " in: De boekenwereld. jrg. 11 nr. 2 (december 1994) Uitgeverij Matrijs, Utrecht
    ; p. 50; geraadpleegd 2016-05-14
  16. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  17. Middelkoop, T. van
    "Stellingen en linies in het strategisch plan van generaal Winkelman, 1940" in: Jaarboek Monumentenzorg 2004. Op weerstand gebouwd. Verdedigingslinies als militair erfgoed. (2004) Waanders Uitgevers, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist
    ; ISBN 9040090254; p. 32; geraadpleegd 2016-05-13
  18. Van Vaernewyck, M.
    De historie van Belgis. (1829) D.J. Vanderhaeghen, Gent
    ; p. 83; geraadpleegd 2016-05-13
  19. Ramondt, M.
    "Simon Vestdijk's dodenwake." in: De Nieuwe Taalgids. jrg. 48 (1955) J.B. Wolters, Groningen, Djakarta
    ; p. 336; geraadpleegd 2016-05-13
  20. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be