Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
animo. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
animo, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
animo in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
animo is hier. De definitie van het woord
animo zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
animo, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘opgewektheid’ voor het eerst aangetroffen in 1836 [1]
- uit het Italiaans [2]
animo m / o
- het zin hebben in
- Hij heeft daar helemaal geen animo in.
- Er was geen animo voor deze reis.
- ▸ Het digitale aanvraagloket ging vrijdag rond 10.00 uur open. De animo was zeer groot, waardoor wachttijden ontstonden. Kort na 12.00 uur was er al geen budget meer te krijgen, terwijl er nog wel mensen in de wachtrij stonden.[3]
96 % |
van de Nederlanders;
|
93 % |
van de Vlamingen.[4]
|
animo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van animar