apotheek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord apotheek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord apotheek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je apotheek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord apotheek is hier. De definitie van het woord apotheek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanapotheek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • apo·theek
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘geneesmiddelenwinkel’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • via het Latijn uit het Grieks, met het voorvoegsel apo- met het achtervoegsel -theek [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord apotheek apotheken
verkleinwoord apotheekje apotheekjes

de apotheekv

  1. (medisch) plaats waar men geneesmiddelen en andere gezondheidsproducten kan kopen
    • Medicijnen die voorgeschreven zijn door de arts kun je ophalen bij de apotheek. 
     Een bezoek aan haar huisarts en de apotheek.[3]
  2. voorraad medicamenten
    • Op vakantie heb ik een reisapotheek bij me. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]