Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bam. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bam, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bam in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bam is hier. De definitie van het woord
bam zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bam, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bam
- geluid van een dreunende klap
- ▸ Als Sandy Cortmann, gezeten in zijn rolstoel in een verzorgingstehuis in Aberdeen, vertelt over Arnhem, dan praat hij niet, maar ervaart hij die dagen aan de Nederrijn opnieuw. Zijn ogen draaien weg, zijn benen schudden, zijn armen zwaaien. „Takatakatakatakak. Prrrrrrrrrrt. Overal kogels. Bam. Bam. Bam. Bam. Bam. Bam. Het regent mortiergranaten. We schuilen bij een kerk. Bam. Bam. Bam. Bam.[3]
- ▸ „Je weet natuurlijk nooit precies wat je ter plekke aantreft, maar op een gegeven moment ken je het riedeltje wel zo’n beetje: hert in de natuur, jager met een geweer, bam!, hert dood, hert bij de poelier.”[4]
- (figuurlijk) om te benadrukken dat er plotseling iets opvallends gebeurt
- ▸ Bam. Ladies Night was amper een minuut bezig of het bracht een van de snelste mediaprimeurs van de Nederlandse televisiegeschiedenis. Midden in haar begroeting van gast Fidan Ekiz meldde presentator Merel Westrik zonder enige reserve dat Ekiz de opvolger wordt van Eva Jinek als dagelijkse talkshowhost op NPO1.[5]
- ▸ En stel je je het ‘nu’ voor als iets wat naadloos overgaat in de toekomst, of is er een abrupte overgang – bám, het ‘nu’ is afgelopen en de toekomst begint?[6]
- zo bam
met een klap
- zo bam
zomaar opeens
bam
- (spel) grote knikker met een doorsnee tussen 22 en 25 mm
- ▸ Deze knikkers zijn afhankelijk van de streek bekend onder de naam bonk, bul, bolder, bikkel, stuiter, bolleket, tienteller of bam.[7]
- ▸ Hij had als het ware twee gezinnen en Bep was jaloers op de aandacht die dat andere gezin kreeg. Dat laat ik in mijn voorstelling bijvoorbeeld zien doordat Bep geen bammen – van die grote knikkers – van haar vader mocht pakken; hij had ze speciaal voor kinderen van opdrachtgevers gekocht. Maar als Bep een keer in het huis van mevrouw Schröder is, ziet ze dat die kinderen wél bammen hebben gekregen.”[8]
- (figuurlijk) (informeel) (anatomie) teelbal
- ▸ De ballen produceren en bevatten het zaad van de man. Die functie zie je terug in namen als kamers ("Hij heeft flinke kamers"), zaadtubes en schalen (…). En wat doet een man het liefst met zijn maggies, bonkjes of bammen, om nog eens een paar dialectwoorden te noemen? Schieten! Vandaar strijdbare aanduidingen als kogels, granaten, patronen en neukpatronen.[9]
- (Suriname) aanbreken van de ochtend (alleen in onderstaande vaste verbinding)
- ▸ Eén ding was jammer: klokslag middernacht was het voorbij. ‘Waarom gaan we niet door tot bam?’, joelde ik.[10]
bam v
- (familie) vrouw die er uitdrukkelijk voor kiest om zonder partner een of meer eigen kinderen groot te brengen
- ▸ De relatie gaat over, het verdriet duurt jaren, de nieuwe ware is niet te vinden en voor je het weet is je kans op het moederschap verkeken. Jaarlijks laten duizenden vrouwen met een kinderwens het zo ver niet komen: ze beginnen alleen aan een gezin. Deze bewust alleenstaande moeder, kortweg bam, heette in de jaren 70 en 80 nog bom, bewust ongehuwde moeder. Doordat sindsdien nog maar half zoveel wordt getrouwd, is die oude term in onbruik geraakt.[11]
de bam v / m
- (informeel) snee brood
- ▸ Er was een klein bakje champignons en een kropje witlof. Wat een heerlijkheid op een geroosterde boterham. Dat roosteren van die bam doe je gewoon in de wok als de groente opzij geschoven is.[12]
bam
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bammen
- gebiedende wijs van bammen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bammen
74 % |
van de Nederlanders;
|
62 % |
van de Vlamingen.[13]
|
bam
- vorm van -m, verwijzend naar een eerste persoon enkelvoud in bezit van een woord van klasse 14 : mijn
bam
- vorm van -m, verwijzend naar een eerste persoon enkelvoud in bezit van een woord van klasse 2 : mijn