bemoederen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bemoederen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bemoederen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bemoederen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bemoederen is hier. De definitie van het woord bemoederen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbemoederen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·moe·de·ren

bemoederen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bemoederen
bemoederde
bemoederd
zwak -d volledig
  1. overgankelijk als een zorgzame moeder optreden, moederlijk zijn voor
    • Het is een delicate evenwichtsoefening: willen bemoederen zonder bemoeizuchtig over te komen. ‘Veel hangt af van hun voorgeschiedenis en de huidige gezinssituatie. Was de ouder-kindrelatie al hecht of niet? Heeft het kind intussen een partner en een eigen gezin? Bij alleenstaande of gescheiden kinderen is de betrokkenheid van ouders doorgaans groter.’ [3] 
  2. overgankelijk (figuurlijk) (pejoratief) (te) bazig en zorgend optreden
    • Ze keek van me weg. Ik wist wat ze dacht: waarom heb jij toch altijd de pretentie om alles beter te weten en mij te bemoederen? Maar ze hield haar mond, want voor je het wist was er ruzie. Ze kon niet tegen ruzie. Er waren genoeg ruzies in haar leven geweest.[4] 
     Door de complete stilte die er in de woonkamer hing klonken de woorden onevenredig beschuldigend, bemoederend en vooral luid.[5]
  • in de watten leggen
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]