Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
biggen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
biggen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
biggen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
biggen is hier. De definitie van het woord
biggen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
biggen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
biggen
- inergatief (veeteelt) jongen baren (door een zeug)
- ▸ Na de biggen, brengen we een bezoek aan de zeugen die pas zijn bevallen of op het punt staan te biggen.[1]
- overgankelijk verdringen door tegen het lichaam te duwen (zoals biggetjes dat doen bij het spelen of het vinden van een tepel bij de zeug)
- ▸ Ten slotte gaf ik toe en liet hem zo ver de kamer in dat hij het blad op een nachtkastje kon zetten voordat ik hem min of meer lijfelijk weer de gang op bigde.[2]
- ▸ De biggen liepen direct met elkaar te spelen, te rennen en te biggen.[3]
de biggen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord big
- ▸ Na de biggen, brengen we een bezoek aan de zeugen die pas zijn bevallen of op het punt staan te biggen.[1]
95 % |
van de Nederlanders;
|
90 % |
van de Vlamingen.[4]
|