Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bloedeigen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bloedeigen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bloedeigen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bloedeigen is hier. De definitie van het woord
bloedeigen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bloedeigen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bloedeigen
- van je eigen (dus niet aangetrouwde) familie
- - Taxichauffeur Ramón Esteban (57) vertelt hoe hij afgelopen vrijdagavond na een zware en lange werkweek door zijn vrouw werd gewekt. „El comandante is heengegaan”, fluisterde ze in zijn oor. Sindsdien is alles onwerkelijk, zegt hij. „Het is alsof mijn bloedeigen vader is overleden. Ik ben een kind van de revolutie, ik ben trots op mijn land en ben gevormd door Fidel Castro. Het voelt alsof iemand mijn hart eruit heeft gerukt.”[2]
- - Dit tweetal krijgt een spiegeling in het koloniale verleden: hun voorvaderen vochten op Lombok, in 1896. Na die bloedige strijd, door Thijssen met gusto en kennis van zaken beschreven, vestigen zij zich voorgoed in Indië. De een als journalist, de ander als planter. Onvermijdelijk hebben deze mannen relaties met inlandse vrouwen. De vraag of de bloedeigen vader en voorvaderen wel zo bloedeigen zijn, dient zich met ontwrichtende kracht aan.[3]
- (figuurlijk) heel sterk bij de persoon of groep zelf behorend
- ▸ Maar symbolen en beeldvorming zijn belangrijk. Dat hebben ze bij Greenpeace wel gemerkt toen in 2014 bleek dat hun bloedeigen campagnedirecteur per privéjet pendelde tussen Amsterdam en Luxemburg.[4]
- ▸ Toen was het Kevin Costner die 26 miljoen dollar van zijn bloedeigen geld in de ontwikkeling van een apparaat stak dat olie van water wist te onttrekken.[5]
1. van je eigen (dus niet aangetrouwde) familie
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[6]
|