body
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord body. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord body, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je body in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord body is hier. De definitie van het woord body zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbody, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·dy
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lichaam’ voor het eerst aangetroffen in 1897
- van het Engels
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | body | body's |
| verkleinwoord | body'tje | body'tjes |
Zelfstandig naamwoord
Uitdrukkingen en gezegden
- iets body geven
iets meer kracht geven
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- bodyart, bodyboarden, bodybuilden, bodylotion, bodypiercing, bodyscanner, bodyshoppen, bodystocking, bodysurfen, bodywarmer
Gangbaarheid
- Het woord body staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "body" herkend door:
| 91 % | van de Nederlanders; |
| 89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ "body" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ body op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Suzanne Vermeer: All-inclusive 2008
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
| enkelvoud | meervoud |
|---|---|
| body | bodies |
Zelfstandig naamwoord
body
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Schots
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
body
Schrijfwijzen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bɔdɪ/
Woordafbreking
- bo·dy
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
body o
Verbuiging
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | body | body |
| genitief | body | body |
| datief | body | body |
| accusatief | body | body |
| vocatief | body | body |
| locatief | body | body |
| instrumentalis | body | body |
Synoniemen
Anagrammen
Zelfstandig naamwoord
body
- nominatief meervoud van bod
- accusatief meervoud van bod
- vocatief meervoud van bod
- instrumentalis meervoud van bod