bonken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bonken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bonken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bonken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bonken is hier. De definitie van het woord bonken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbonken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bon·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hard tegen iets stoten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1844
  • In de betekenis van ‘geslachtsgemeenschap hebben’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1988

Zelfstandig naamwoord

de bonkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bonk
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bonken
bonkte
gebonkt
zwak -t volledig

Werkwoord

bonken

  1. inergatief een dof stotend geluid voortbrengen door hard ergens tegenaan te slaan
    • Geërgerd door het feestgedruis bonkte hij tegen de muren. 
  2. het hart in de keel voelen bonken: zeer gespannen zijn
     Uiteindelijk was het niet meer dan 50 meter die ik moest overbruggen, maar toen het eenmaal voorbij was voelde ik mijn hart nog woest in mijn keel bonken.

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen