bouwwerk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwwerk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwwerk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwwerk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwwerk is hier. De definitie van het woord bouwwerk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwwerk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
een bouwwerkje van Duplo
  • bouw·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwwerk bouwwerken
verkleinwoord bouwwerkje bouwwerkjes

het bouwwerko

  1. een constructie van enige omvang die verbonden is met de grond en waarin men kan wonen of werken
    • De Branchevereniging van architectenbureaus heeft de ondergrondse parkeergarage in Katwijk aan Zee uitgeroepen tot Beste Gebouw van het Jaar. Het bouwwerk, bijna onzichtbaar in de duinen, staat volgens de jury „in de nieuwe Nederlandse traditie om te ‘bouwen met natuur’ als antwoord op de stijgende zeespiegel en een kwaliteitsrijke kust”.[2] 
    • Wat blijft is de vraag of er eigenlijk wel sprake is van een brug. 'Folly', een nutteloos bouwwerk, is wellicht een betere term voor deze ophaalbrug, die in werkelijkheid helemaal geen ophaalbrug is, maar een veredeld lichtobject. Duizenden ledlampjes verlichten van binnenuit de twee staanders en hefbomen die je van afstand al ziet. [3] 
     Rondom het bouwwerk waren steunen bevestigd, zodat de kinderen er naar hartenlust op konden klimmen.[4]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]