gebouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gebouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gebouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gebouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gebouw is hier. De definitie van het woord gebouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangebouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
gebouw

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·bouw
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bouwwerk’ voor het eerst aangetroffen in 1599
  • Afgeleid van de stam van bouwen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gebouw gebouwen
verkleinwoord gebouwtje gebouwtjes

Zelfstandig naamwoord

het gebouwo

  1. (bouwkunde) een constructie van enige omvang die verbonden is met de grond en waarin men kan wonen of werken
    • Dit gebouw is in jugendstil opgetrokken. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen