burgeren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord burgeren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord burgeren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je burgeren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord burgeren is hier. De definitie van het woord burgeren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanburgeren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bur·ge·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
burgeren
burgerde
geburgerd
zwak -d volledig

burgeren

  1. overgankelijk (verouderd) tot burger maken, burgerrecht verlenen
      Tsjonge, en daar was, helaas, geen enkel Schaepman aanwezig: ze zaten toen nog met het schuchter schaapje in hun schild in stillen luister te Munster geburgerd.[2]
  2. overgankelijk (figuurlijk) (verouderd) gewoon maken
      Deeze Heeren hebben, niet alleen uit bloote liefhebbery, maar tevens uit onderzoeklust, met eene natuurkundige kennis, verscheidenerlei vreemd Gevogelte in ons Land geburgerd; en de laatste heeft, zoo ik niet mis hebbe, zelfs Oost-Indische Koeien in onze Hollandsche Weiden opgevoed.[3]
77 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2020 Weblink bron “Dr. Schaepman. Deel 3. Eerste stuk.” (1927), Dagblad en Drukkerij "Het Centrum", Utrecht/Amsterdam / Veritas. C.H. & H. Courtin, Antwerpen, p. 63
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2020 Weblink bron
    J. le Francq van Berkhey
    “Natuurlyke historie van Holland. Deel 3.”, eerste stuk (1772), Yntema en Tieboel, Amsterdam, p. 179 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be