conciërge

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord conciërge. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord conciërge, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je conciërge in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord conciërge is hier. De definitie van het woord conciërge zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanconciërge, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • con·ci·er·ge
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘huisbewaarder’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
  • van het Franse 'concierge' (met het voorvoegsel con-)
enkelvoud meervoud
naamwoord conciërge conciërges
verkleinwoord conciërgetje conciërgetjes

de conciërgev / m

  1. (beroep) een huisbewaarder, een toezichthouder in een gebouw
     `De conciërge?'
    `Hij haat dat woord, al bevalt de etymologie ervan hem wel. Hij heeft mij geleerd dat het is afgeleid van "comte des cierges", de graaf der kaarsen.
    [2]
     Hij keek nu als een hoogst verontwaardigde conciërge die zojuist twee brugklassers had betrapt op het roken van een sigaret in de toiletten. Voetje voor voetje schuifelden ze zijn kant op.[3]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]