koster

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koster. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koster, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koster in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koster is hier. De definitie van het woord koster zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoster, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kos·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘kerkbewaarder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1200
enkelvoud meervoud
naamwoord koster kosters
verkleinwoord kostertje kostertjes

Zelfstandig naamwoord

de kosterm

  1. (beroep) kerkelijke bediende, die met de zorg van het kerkgebouw, en het vlot verloop van de kerkdiensten belast is
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Woordafbreking
  • kos·ter
Naar frequentie 1364

Werkwoord

koster

  1. tegenwoordige tijd van koste

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • kos·ter
Naar frequentie 1342

Werkwoord

koster

  1. tegenwoordige tijd van koste

Zelfstandig naamwoord

koster, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van kost