Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
cul. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
cul, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
cul in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
cul is hier. De definitie van het woord
cul zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
cul, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Ontwikkeld uit Latijn culus “kont, achterwerk, aars”. [1]
cul m
- (spreektaal) kont, reet
- «Mon cul!»
- M'n reet!
- «Ils sont comme cul et chemise!»
- Het zijn dikke vriendjes! (letterlijk: als kont en hemd) [2]
- (spreektaal) seks
- «David, il parle que d’cul.»
- David kan alleen maar over seks praten. [2]
- (spreektaal) mazzel, in de uitdrukking avoir du cul
- «J’ai eu du cul, les keufs ont pas trouvé le shit que j’planquais dans ma chaussette.»
- Ik heb gemazzeld, de smerissen hebben de shit niet gevonden die ik in mijn sok verstopt had. [2]
cul
- (spreektaal) stom, achterlijk, onnozel
- «C'est vraiment cul ce que t'as foutu!»
- Dat is echt stom wat je hebt gedaan! [2]
- Afgeleid van het Oudfranse coille
cul
- (anatomie) testikel; teelbal, zaadbal
cul
- nauw