eerder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  eerder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• eer·der

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘vroeger’ voor het eerst aangetroffen in 1637
• afgeleid van eer (voegwoord) met het achtervoegsel -der

Bijvoeglijk naamwoord

eerder

1. van vroegere datum

   • Zijn eerdere boek was toch beter. 

   ▸ ‘Ik ga wel eerst,’ zei Claude rustig terwijl hij stapje voor stapje in het door eerdere hikers gemaakte voetspoor naar de overkant liep.

   ▸ De techniek was beproefd, hij had die eerder gebruikt. De hoofdaannemer Skânska Cement had de techniek ook eerder gebruikt en toen was alles goed gegaan.

Afgeleide begrippen

• eerdergenoemd

Vertalingen

Bijwoord

eerder

1. vroeger in de tijd

   • Ik wil eerder weggaan dan gepland. 

2. liever.

   • Ik heb eerder een motor dan een auto. 

3. meer overeenkomend de waarheid

   • Hij is eerder slim dan dom. 

   ▸ Met haar metalen golfplaten dak leek deze plek me niet geschikt om bescherming te bieden, eerder een uitnodiging aan de bliksem om in te slaan.

4. (België) nogal, tamelijk

   • Het was eerder slecht weer. 

Uitdrukkingen en gezegden

• Men wordt eerder door een strontkar overreden dan door een koets

Vertalingen

Gangbaarheid

• Het woord eerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eerder" herkend door:

Verwijzingen