før

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord før. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord før, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je før in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord før is hier. De definitie van het woord før zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfør, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • før
Woordherkomst en -opbouw
  • (Bijvoeglijk naamword) afkomstig van het Oudnoorse woord færr.
  • (Bijwoord, voegwoord, voorzetsel) afkomstig van het Oudnoorse woord fyrr.
Naar frequentie 113

Bijvoeglijk naamwoord

før

  1. valide, in staat
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud før førere førest
o enkelvoud ført
meervoud føre
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
føre førere føreste


Bijwoord

før

  1. vroeger, eerder, voormalig
Uitdrukkingen en gezegden
  • før eller senere
vroeger of later

Voegwoord

før

  1. vóór
    «Jeg kan ikke komme før i morgen.»
    Ik kan niet komen vóór morgen.
  2. voordat

Voorzetsel

før

  1. vóór
Uitdrukkingen en gezegden
  • før jul
vóór kerst


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • før
Woordherkomst en -opbouw
  • (Bijvoeglijk naamword) afkomstig van het Oudnoorse woord færr.
  • (Bijwoord, voegwoord, voorzetsel) afkomstig van het Oudnoorse woord fyrr.

Bijvoeglijk naamwoord

før

  1. valide, in staat
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud før førare førast
o enkelvoud ført
meervoud føre
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
føre førare føraste


Bijwoord

før

  1. vroeger, eerder, voormalig
Uitdrukkingen en gezegden
  • før eller seinare<vroeger of later

Voegwoord

før

  1. vóór
    «Eg kan ikkje kome før i morgon.»
    Ik kan niet komen vóór morgen.
  2. voordat

Voorzetsel

før

  1. vóór
Uitdrukkingen en gezegden
  • før jul
vóór kerst

Werkwoord

før

  1. tegenwoordige tijd van
Synoniemen