fibula

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fibula. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fibula, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fibula in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fibula is hier. De definitie van het woord fibula zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfibula, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·bu·la
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fibula fibula's
fibulae
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fibulav / m

  1. (kleding) (geschiedenis) speld om kleren bij elkaar te houden
    • Tweeduizend jaar lang bloeide de kunst van de fibula: de kledingspeld waarmee mantels en, jurken werden dichtgehouden. Tot in de elfde eeuw een nieuwe uitvinding doorbrak: de knoop. In Nederland alleen zijn er al 25.000 fibula’s teruggevonden. 
  2. (anatomie) lang bot in het onderbeen, naast het scheenbeen
    • De fibula is met het onderste deel van het scheenbeen verbonden bij de laterale gewrichtsknobbel van het scheenbeen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Latijn

1. Romeinse speld
Uitspraak
  • IPA: /ˈfiː.bu.la/
Woordafbreking
  • fí·bu·la

Zelfstandig naamwoord

fībula v

  1. speld, gesp
Verbuiging