fietsenrek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fietsenrek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fietsenrek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fietsenrek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fietsenrek is hier. De definitie van het woord fietsenrek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfietsenrek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Fietsenrek
Uitspraak
Woordafbreking
  • fiet·sen·rek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsenrek fietsenrekken
verkleinwoord fietsenrekje fietsenrekjes

Zelfstandig naamwoord

het fietsenreko

  1. rek om fietsen te parkeren
  2. (medisch) (figuurlijk) gebit met grote tussenruimte tussen de tanden
  3. (figuurlijk) gebit waarin tanden ontbreken
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be