rek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rek is hier. De definitie van het woord rek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rek
1 enkelvoud meervoud
naamwoord rek -
verkleinwoord - -
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gestel van latten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287
2 enkelvoud meervoud
naamwoord rek rekken
verkleinwoord rekje rekjes

Zelfstandig naamwoord

rek

  1. m (natuurkunde) vergroting van de lengte van een voorwerp door het uitoefenen van een trekkracht
    • Er zit een aardige rek in. 
  2. o (huishouden) een raamwerk bedoeld voor het bergen van vooral huishoudelijke voorwerpen
    • Zet die kopjes even op het rekje. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

"vergroting van de lengte van een voorwerp door het uitoefenen van een trekkracht"

  • De rek is eruit
Het is niet langer goed te doen, men kan het niet meer aan
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
rekken

rek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rekken
    • Ik rek. 
  2. gebiedende wijs van rekken
    • Rek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rekken
    • Rek je? 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen