flourish

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord flourish. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord flourish, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je flourish in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord flourish is hier. De definitie van het woord flourish zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanflourish, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


enkelvoud meervoud
flourish flourishes

flourish

  1. krul, opsmuk
  2. (muziek) fanfare, hoornsignaal, toesj, trompetsignaal, versiering
  3. (taalkunde) een bloemrijke stijl
  4. houw (met zwaard, degen of stok)
  5. een uitbundig gebaar
  6. een sierlijke beweging
vervoeging
onbepaalde wijs to  flourish 
he/she/it  flourishes 
verleden tijd  flourished 
voltooid
deelwoord
 flourished 
onvoltooid
deelwoord
 flourishing 
gebiedende wijs  flourish 
  • final flourish
een afsluitend vuurwerk

flourish

  1. onovergankelijk, (plantkunde) bloeien
  2. onovergankelijk ontplooien, opbloeien, opfleuren, tot bloei komen, tot volle wasdom komen
  3. onovergankelijk, (figuurlijk), (economie) bloeien, good lopen, floreren, tot hoogconjunctuur komen
  4. onovergankelijk kietelen, krabben, kroelen
  5. onovergankelijk kroezen , krullen
  • to flourish a wand
met een toverstafje zwaaien
  • to flourish in obscurity
in het verborgene bloeien
  • to start to flourish again
een nieuwe lente tegemoet gaan