gelovig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gelovig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gelovig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gelovig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gelovig is hier. De definitie van het woord gelovig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangelovig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·lo·vig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gelovig geloviger gelovigst
verbogen gelovige gelovigere gelovigste
partitief gelovigs gelovigers -

gelovig

  1. (religie) vast en innig gelovend in een god of goden
    • Ik ben gelovig en ga iedere week naar de kerk. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be