gijzelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gijzelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gijzelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gijzelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gijzelen is hier. De definitie van het woord gijzelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangijzelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • gij·ze·len
  • Leenwoord uit het Keltisch, in de betekenis van ‘als gijzelaar gevangenzetten’ voor het eerst aangetroffen in 1254 [1]
  • Afgeleid van het verouderde gijzel (gijzelaar) met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gijzelen
gijzelde
gegijzeld
zwak -d volledig

gijzelen

  1. overgankelijk iemand gevangen nemen om daarmee een losprijs te bedingen
    • In Drenthe gijzelden zij de passagiers van een trein om politieke concessies af te dwingen. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]