granaatappel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord granaatappel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord granaatappel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je granaatappel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord granaatappel is hier. De definitie van het woord granaatappel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangranaatappel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
granaatappel
  • gra·naat·ap·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord granaatappel granaatappels
granaatappelen
verkleinwoord granaatappeltje granaatappeltjes

de granaatappelm [3]

  1. (bloemplanten) Punica granatum op Wikispecies, tropische plant, die bekend is om zijn vruchten, ook granaatboom genoemd
     De granaatappel is een winterharde struik. Wanneer de bloempjes uitgebloeid zijn ontstaat een kroontje met 6 punten.[4]
  2. (fruit) vrucht van een dergelijke boom
      — Broeder, gy die grooter zyt dan ik, kunt ge de granaat bereiken, die daar tusschen die vuurbloemen in 't groen, my aanlacht met geopende lippen, als 'n wenkend meisje? Zie, zy is gebersten van rypheid, en gloeiend rood is de rand van de wonde die zyzelf zich sneed om my te behagen! Ik heb lust in dien granaatappel, myn broeder! Gy, die grooter zyt dan ik, steek uwen arm uit, en pluk opdat ik ete.[5]