höst

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord höst. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord höst, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je höst in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord höst is hier. De definitie van het woord höst zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhöst, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Höst
Herfst


  • höst·en
  • Afkomstig van het Oudzweedse woord höster
Naar frequentie 8475
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   höst     hösten     höstar     höstarna  
genitief   hösts     höstens     höstars     höstarnas  

höst, g

  1. (tijdrekening) herfst, najaar
    «Kom med och höra om höstens program.»
    Kom mee en hoor over het herfstprogramma.
  2. (figuurlijk) synoniem voor negatieve stemmingen van ondergang, depressie of dood, bijv. in herfststemming
  3. (figuurlijk) over het ouderdom, bijv. de herfst van het leven; op zijn oude dag
  1. höstas: verouderde vrouwelijke vorm genitief enkelvoud, alleen nog gebruikt in de uitdrukking: i höstas