Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
halfwas. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
halfwas, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
halfwas in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
halfwas is hier. De definitie van het woord
halfwas zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
halfwas, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de halfwas v / m
- persoon die het vak nog moet leren
halfwas
- van iets dat het nog niet helemaal klaar of volgroeid is
- Het halfwasse voor-ei is evolutionair te vergelijken met de blinde darm van de mens: hij wordt wel aangelegd, maar dient eigenlijk nergens voor. [1]
- Het ranavirus is zeer agressief, vertelt Donker. „Alle amfibiëen die ermee in aanraking komen, worden er drager van. Ze gaan eraan dood, massaal dood.” Ook dit jaar sloeg de ziekteverwekker desastreus toe in het Drentse natuurgebied. Het blijft er ijzingwekkend stil. „Ik heb dit jaar 200 klompen kikkerdril gevonden, maar toen de kikkers halfwas waren, waren ze zo dood als een pier.” [2]
- van een persoon dat hij niet veel motivatie heeft
- Op dit moment heeft De Graauw zes jongens in de baardclub. „Dat zijn er niet zo veel, maar ik heb liever zes gemotiveerde jongens dan twaalf halfwas leden.” [3]
82 % |
van de Nederlanders;
|
74 % |
van de Vlamingen.[4]
|