Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
handwerk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
handwerk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
handwerk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
handwerk is hier. De definitie van het woord
handwerk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
handwerk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het handwerk o
- iets dat met de hand gemaakt wordt
- De Bow Jubail botste zaterdag 23 juni in het Botlekgebied op een steiger. Door een gat in de tank kwam 217 ton stookolie in het water terecht. Als gevolg daarvan kwamen vogels en schepen onder de smurrie te zitten. De schepen mochten pas weer varen als ze waren schoongemaakt. Dat duurde in sommige gevallen weken. ,,Handwerk met de hogedrukspuit en een bezem.” [1]
- Dat moet natuurlijk huisgemaakte mayonaise zijn. Het is maar een voorbeeld, maar door het eerlijke handwerk moeten de studenten het vak leren, vinden ze. [2]
- Het bestuur van de stichting IJsbaan Almelo bestaat uit acht personen. Die kunnen niet allemaal meer fysiek aan de slag met het verwijderen van de sneeuw. En de machines om de baan sneeuwvrij te maken, zijn te zwaar om nu al het ijs op te kunnen. Voorzitter Henk-Jan Vissia: „Het komt dus aan op handwerk. En dat is derhalve een flinke klus. Daarbij kunnen we alle hulp gebruiken. Wie wil schaatsen, moet eigenlijk eerst even meehelpen met vegen.” [3]
- iets dat van wol, garen en stof wordt gemaakt
- Versiering van kleding kan gemaakt worden door te handwerken.
- Voor een leuk souvenir voor het thuisfront kun je terecht op de markt Los Dominicos. Naast echte fossielen en leuke handwerkjes vindt je hier boeken maar ook prullaria. [4]
- Generaties schoolkinderen groeiden op met de schoolplaat van Isings, die een musicerende Muiderkring laat zien met Tesselschade als middelpunt. Die plaat is het vertrekpunt van de expositie die nu te zien is in het kasteel. Grappig meteen: er hangt nog een andere, eerdere versie van het tafereel, waarbij Tesselschade niet een luit, maar een handwerkje in de schoot heeft * kennelijk heeft Isings Tesselschade willen opwaarderen. [5]
handwerk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handwerken
- gebiedende wijs van handwerken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handwerken
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[6]
|