hazelaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hazelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hazelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hazelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hazelaar is hier. De definitie van het woord hazelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhazelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Corylus avellana
  • ha·ze·laar
  • In de betekenis van ‘struik’ voor het eerst aangetroffen in 1546 [1]
  • afgeleid van hazel met het achtervoegsel -laar [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hazelaar hazelaren
hazelaars
verkleinwoord hazelaartje hazelaartjes

de hazelaarm

  1. (bloemplanten) Corylus avellana op Wikispecies een in West-Europa inheemse struik uit de berkenfamilie (Betulaceae op Wikispecies). De vrucht van de hazelaar is de hazelnoot, waarvan de kern eetbaar is
    • Mensen met hooikoorts gewaarschuwd voor hazelaars tijdens kerst [3] 
95 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]