hik

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hik is hier. De definitie van het woord hik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hik
enkelvoud meervoud
naamwoord hik hikken
verkleinwoord hikje hikjes

Zelfstandig naamwoord

de hikm

  1. (medisch) een periodiek optredende, spontane, onwillekeurige samentrekking van het middenrif tijdens inademing, gevolgd door het plots sluiten van het strotklepje, wat een kenmerkend geluid veroorzaakt
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
hikken

hik

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hikken
    • Ik hik. 
  2. gebiedende wijs van hikken
    • Hik! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hikken
    • Hik je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Papiaments

Zelfstandig naamwoord

hik

  1. (medisch) hik.