Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
honkvast. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
honkvast, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
honkvast in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
honkvast is hier. De definitie van het woord
honkvast zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
honkvast, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
honkvast [1]
- gehecht zijnd aan één bepaalde plaats, weinig reizend
- Mijn keuken is naar menselijke maatstaven niet overdreven vies. Helaas hebben zulke minieme schepselen weinig voedsel nodig. Het kleinste beetje vuil houdt grote hoeveelheden vliegjes in leven. Dat maakt de strijd ongelijk. Ze zijn trouwens ook uiterst honkvast: wie ze eenmaal heeft, raakt ze moeilijk weer kwijt.[2]
- Tijdens een bezoek van Van Doesburg aan Parijs van eind februari tot 10 maart 1920 kreeg de vriendschap met Mondriaan een nieuwe impuls. Gebrand als hij was op het leggen van contacten en het verspreiden van zijn idealen, struinde Van Doesburg met zijn anders zo honkvaste kameraad de hele stad af. [3]
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest honkvast(e)" worden gebruikt. [4] [5]
1.gehecht zijnd aan één bepaalde plaats, weinig reizend
95 % |
van de Nederlanders;
|
88 % |
van de Vlamingen.[6]
|