huppelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huppelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huppelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huppelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huppelen is hier. De definitie van het woord huppelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuppelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hup·pe·len
  • In de betekenis van ‘zich springend voortbewegen’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • frequentatief gevormd uit huppen met het achtervoegsel -el [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
huppelen
huppelde
gehuppeld
zwak -d volledig

huppelen

  1. inergatief zich met kleine sprongetjes voortbewegen
    • Er werd gehuppeld en trouwtjegesprongen op het schoolplein. 
  2. ergatief zich met kleine sprongetjes ergens naartoe bewegen
    • Vrolijk fluitend huppelde zijn dochtertje naar de deur. 
    • Maar nu eerst: de polka! Voor een grandioze afsluiting van het uur mochten de kinderen in paren van twee naar de overkant van de zaal huppelen onder begeleiding van een vrolijke dans. [3] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]