Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
skip. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
skip, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
skip in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
skip is hier. De definitie van het woord
skip zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
skip, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
skip
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skippen
- gebiedende wijs van skippen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skippen
skip
- overslaan
- huppelen
- ketsen
- «The stone skipped a few times over the surface of the pond before it sank.»
- De steen ketste een paar keer over het oppervlak van de plas alvorens te zinken.
- keilen, doen ketsen
- «He skipped the stone over the surface of the pond.»
- Hij keilde de steen over het oppervlak van de plas.
skip o
- schip
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord skip (= uitgeholde boomstam)
skip o
- schip
- : Afkomstig van het Oudnooordse zelfstandige naamwoord skip (= uitgeholde boomstam)
- : Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord skipper (= aanvoerder).
skip o
- (scheepvaart) schip
- (scheepvaart) een deel van een schip, bijv. een akterskip (achterschip) of forskip (voorschip)
- (luchtvaart) een luchtvaartuig in de vorm van een schip in het woord luftskip (luchtschip)
- (bouwkunde) een deel van een kerk, bijv. een kirkeskip (beuk)
skip, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van skip
skip m
- (sport) de aanvoerder bij het ijsstokschieten
- : Afkomstig van het Oudnooordse zelfstandige naamwoord skip (= uitgeholde boomstam)
- : Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord skipper (= aanvoerder).
skip o
- (scheepvaart) schip
- (scheepvaart) een deel van een schip, bijv. een akterskip (achterschip) of forskip (voorschip)
- (luchtvaart) een luchtvaartuig in de vorm van een schip in het woord luftskip (luchtschip)
- (bouwkunde) een deel van een kerk, bijv. een kyrkjeskip (beuk)
skip, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van skip
skip m
- (sport) de aanvoerder bij het ijsstokschieten
skip o
- schip