ia

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ia. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ia, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ia in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ia is hier. De definitie van het woord ia zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vania, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ia

ia

  1. geluid van een ezel die balkt
     Showman Henny Huisman kwam meteen opdraven toen hij ezel moest spelen in een van Barts tv-fantasieën. „Alleen ia ia zeggen en kijken zoals je altijd kijkt: dom”, waren de instructies van Bart.[1]
vervoeging van
iaën

ia

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van iaën
    • Ik ia. 
  2. gebiedende wijs van iaën
    • Ia! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van iaën
    • Ia je? 
41 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 24 februari 2023 Weblink bron
    Maarten Huygen
    “Rouwen voor de kleine man” (30 mei 2002) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • ia

ia

  1. hij, zij, soms het