Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ieder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ieder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ieder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ieder is hier. De definitie van het woord
ieder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ieder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
ieder
- elk, alle afzonderlijk
- ▸ In Nederland duurde die oorlog van het jaar 1940 tot 1945. Nederland was bezet door Duitsland. De Duitsers waren de baas over Nederland. Het was een heel moeilijke tijd. Er vielen veel doden. Ieder jaar worden de slachtoffers van de oorlog herdacht op 4 mei. En ieder jaar wordt op 5 mei gevierd dat Nederland een vrij land is.[2]
- in ieder geval: zonder enige twijfel; zeker
- ▸ Ik zag allemaal nieuwe gezichten: hoe lang waren die mensen er al? Ze gedroegen zich in ieder geval alsof ze hier al weken bivakkeerden.[3]
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- ↑ "ieder" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron
nieuwsbegrip.nl
“75 jaar vrijheid in Nederland” (2-9-2019), CED-groep
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
ieder o
- (element) ijzer
ieder
- (element) ijzer