ijsbeer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ijsbeer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ijsbeer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ijsbeer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ijsbeer is hier. De definitie van het woord ijsbeer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanijsbeer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een ijsbeer
  • ijs·beer
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsbeer ijsberen
verkleinwoord ijsbeertje ijsbeertjes

de ijsbeerm

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Ursus maritimus op Wikispecies, een grote witte beer die van nature in het Noordpoolgebied leeft
    • Een witte ijsbeer. 
     De hele discussie over het gedrag van de ijsbeer was niet zo relevant omdat er op IJsland, afgezien van een verdwaald exemplaar op een ijsschots, normaal geen ijsberen voorkomen.[4]
vervoeging van
ijsberen

ijsbeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ijsberen
    • Ik ijsbeer. 
  2. gebiedende wijs van ijsberen
    • IJsbeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ijsberen
    • IJsbeer je? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]