ijshockeyen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ijshockeyen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ijshockeyen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ijshockeyen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ijshockeyen is hier. De definitie van het woord ijshockeyen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanijshockeyen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ijs·hoc·key·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ijshockeyen
ijshockeyde
geijshockeyd
zwak -d volledig

ijshockeyen

  1. (sport) de ijssport ijshockey beoefenen
     De schooldag ging snel voorbij, zoals ik het me herinner hadden we niets anders gedaan dan een beetje ijshockeyen voordat het tijd was om naar huis te gaan.[1]
    • Hij gaat morgen ijshockeyen. 
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767