ingekeerd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ingekeerd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ingekeerd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ingekeerd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ingekeerd is hier. De definitie van het woord ingekeerd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaningekeerd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • in·ge·keerd
vervoeging van: inkeren…
verbogen vorm: ingekeerde

ingekeerd

  1. voltooid deelwoord van inkeren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ingekeerd ingekeerder ingekeerdst
verbogen ingekeerde ingekeerdere ingekeerdste
partitief ingekeerds ingekeerders -

ingekeerd

  1. naar binnnen gericht, in zichzelf gekeerd, zonder aandacht voor de omgeving
    • Lise week niet van haar positie bij de bar en bestudeerde ingekeerd haar nagels. [2]
  2. met een ernstige levenshouding, wars van oppervlakkigheid
    • Na de dood van de grootmoeder woonde Heiltje op de boerderij en Kasper sliep op de vliering bij de baas. De omgang verminderde, zij zagen elkander alleen bij het eten, ten leste zeiden zij enkel goedendag. Maar wanneer zij soms de ogen naar elkander opsloegen wisten zij dat er iets anders was, ondanks het verschil. Ingekeerd en gesloten waren zij beiden, zonder haastigheid. Het duurde bijna een jaar voor Heiltje weer, wanneer zij hem aansprak, een kleurtje op de bleke wangen kreeg. [3]
  3. (religie) (christelijk) gericht op het eigen zielenheid, afgekeerd van het wereldse
    • Hij was een slim, verstandig en wijs man, en ook ingekeerd en devoot [4]
93 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[5]